Een schrijver kan verschillende stijlfiguren als hulpmiddel gebruiken om een bepaalde sfeer op te roepen in zijn verhaal. Dat kan hij doen door een bijzondere formulering of door het afwijkende gebruik van een woord. Stijlmiddelen zijn een dankbaar hulpmiddel, maar bij overmatig gebruik kan het tegen je werken, dan wordt je verhaal al gauw gekunsteld.
Beeldspraak
Wanneer we aan iets denken, associëren we dat met iets anders. Dat effect kun je krijgen door het maken van een vergelijking (als, alsof).
Hij is zo koppig als een ezel.
Ze is zo mager als een lat.
Metafoor
Een andere beeldspraak is de metafoor. Hierbij wordt geen vergelijking gemaakt in de letterlijke zin van het woord.
Het is hier een zwijnenstal.
Metonymie
Een metonymie is een betekenisverschuiving. In plaats van het bedoelde woord gebruiken we een woord dat symbool staat voor dat woord.
De neuzen tellen. (Bedoeld wordt: het aantal personen.)
Duitsland won met 2-1 van Italië. (Bedoeld wordt: het voetbalelftal van Duitsland en Italië.)
Het hele kantoor gaat een dagje uit. (Bedoeld wordt: al het personeel van het kantoor.)