Bladspiegel
De bladspiegel is de indeling van een pagina als je kijkt naar de tekst in verhouding tot de marges rondom die tekst. Die marges zijn niet aan alle vier zijden gelijk. Aan de kant waar een paginanummer is vermeld, heb je een grotere marge nodig dan aan de kant waar geen nummering staat. Ook aan de zijkanten is dat niet hetzelfde. Aan de binnenkant, waar het boek gebonden is, heb je meer ruimte nodig dan aan de buitenkant. De marges zijn daarom gespiegeld.
Bij het boek ‘Nu komt mijn boek er echt!’ zijn de volgende marges toegepast:
- boven 2,3
- onder 2,5
- binnen 2,2
- buiten 1,7
Inspringen
Bij romans en andere literaire werken wordt vaak gebruik gemaakt van een inspring aan het begin van een nieuwe alinea of gesproken tekst. Na een witregel vervalt deze inspring.
Wanneer je in je tekst een inspring gebruikt, doe dat dan met behulp van de markering op de liniaal en niet met spaties.
Uitlijnen
Een andere mogelijkheid, die mede de bladspiegel bepaalt, is het uitlijnen van je tekst. Hiermee wordt de afstand tussen de letters onderling automatisch aangepast zodat ze de volle regel vullen.
Weeskind en hoerenjong
Een weeskind is de beginregel van een alinea die ‘eenzaam’ op de onderste regel van een pagina staat. Veel typografische richtlijnen vinden dat je dit, net als het verwante hoerenjong, moet vermijden.
Een hoerenjong (ook wel ‘weduwe’ genoemd) is de typografische benaming voor de laatste regel van een alinea die bovenaan een pagina staat. Omdat de laatste regel van een alinea niet de volledige paginabreedte in beslag neemt oogt het niet mooi, en ook dit moet je zoveel mogelijk voorkomen.