‘Redigeren? Dat kan ik zelf wel!’ is een vaak gehoorde reactie wanneer ik vraag wie er verantwoordelijk is voor de redactie van zijn manuscript. ‘We hebben allemaal leren lezen en schrijven, dus zo moeilijk is dat niet.’ Wanneer ik vervolgens vraag, of hij ook zijn eigen haar knipt, wordt daar hartelijk om gelachen. Maar je kunt toch immers ook met een schaar overweg?
Een foutloze tekst schrijven is minder vanzelfsprekend dan het in eerste instantie misschien lijkt. De meeste mensen zijn leesblind wanneer het gaat om hun eigen tekst. Er zitten in ieder manuscript onvolkomenheden die het redigeren tot een noodzakelijk karwei maken. Dat geldt niet alleen wanneer je naar een reguliere uitgever gaat, maar ook wanneer je je boek in eigen beheer gaat uitgeven. Sterker nog: met name wanneer je je boek in eigen beheer gaat uitgeven, is het van groot belang dat het met een kritisch oog wordt beoordeeld door een deskundige. Doe je dat niet, dan wordt het uitgegeven zoals jij het hebt aangeleverd. Al dan niet gecorrigeerd op spelfouten en taalfouten, die achteraf niet meer te herstellen zijn.
Een juiste spelling is aan regels gebonden. De officiële spelling is te vinden in Het Groene Boekje. Hierin staat niet alleen een woordenlijst met alle Nederlandse woorden, maar ook de uitleg van de verschillende spellingregels. Vertrouw niet klakkeloos op de automatische spellingcontrole op je computer. Alleen al de d’s en t’s blijven onopgemerkt. Want, is het nu gebeurd of gebeurt, en wanneer is het hen en wanneer hun …
Foutief gekozen woorden kunnen een tekst onlogisch maken. Bijvoorbeeld: “Ho!” siste hij. Het is goed mogelijk om ho te fluisteren, maar sissen kan niet. Ook naar het perron rennen met een loodzware koffer in beide handen is onmogelijk. Je zou in zo’n geval eerder spreken van strompelen of struikelen.
Ik hoor vaak van schrijvers dat zij verschillende proeflezers hebben ingeschakeld die hen gewezen hebben op de fouten in het manuscript. Maar vergeet niet dat die proeflezers meestal ook vrienden zijn. Dan is het soms lastig om kritisch te zijn. Bovendien zijn deze proeflezers in de meeste gevallen geen professionals als het gaat om redigeren. Veel (beginnende) schrijvers gaan er desondanks van uit dat ze een foutloos manuscript opleveren.
Beschouw het rode potlood van een redacteur daarom maar als een goede vriend!