Ik koester de periode dat mijn vader nog zijn goede momenten had. De tijd voordat hij gekweld werd door zijn steeds ernstiger wordende depressies. Voordat hij behandeld werd met slaap- en sluimerkuren en elektroshocktherapieën die hem gemaakt hebben tot een teruggetrokken, in zichzelf gekeerde sombere man.
Ik zie hoe hij behoedzaam een elpee uit de hoes schuift. Heel voorzichtig steekt hij zijn rechterhand in de papieren hoes waarop een afbeelding van een gelukzalig glimlachende Victor Silvester prijkt. Wanneer hij de elpee eruit neemt, leunt de elpee met het gaatje op zijn rechter middelvinger. Met zijn duim houdt hij hem in balans. Dat is best lastig, want er mogen geen vingerafdrukken op komen. Ik spreid de vingers van mijn eigen rechterhand en zie dat ik dat nooit zou kunnen. Met twee handen legt hij de plaat voorzichtig op de platenspeler en wanneer hij de arm van de pick-up optilt en naar buiten duwt, gaat de plaat vanzelf draaien, en met de precisie van een plastisch chirurg laat hij de naald zakken, precies op het gladde randje aan het buitenkant van de elpee. Volgens papa zit er een échte diamant aan het puntje van de naald, maar die is zo klein dat ik hem niet eens kan zien. Eerst hoor ik nog geen muziek, alleen maar een zacht geruststellend geruis. Het ritselende, knisperende geluid dat het begin aangeeft van muziek waar papa altijd gelukkig van wordt. Of eigenlijk moet ik zeggen, het moment dat papa gelukkig ís.
Wanneer papa overeind komt zie ik dat mama glimlachend naar hem staat te kijken, alsof ze wacht op iets wat komen gaat. Papa weet dat ook en loopt met uitgestoken armen naar haar toe. Zonder iets te zeggen pakt hij haar rechterhand en zijn andere hand legt hij heel voorzichtig, nee, geluidloos haast, als om een zeepbel niet te laten spatten, op haar rug. Mama leunt met haar hoofd tegen papa’s wang. Ze heeft haar ogen dicht en glimlacht als papa haar op de maat van de muziek heen en weer wiegt. Ik kijk naar papa en mama en zou willen dat dit moment nooit voorbij zou gaan.
Papa ziet dat ik naar hen zit te kijken en blijft plotseling staan, waarna ook mama mijn kant op kijkt. Hij laat mama los en gaat tegenover me staan. Zijn ene hand legt hij op zijn buik en zijn andere hand steekt hij uit, naar mij, terwijl hij ietsje voorover buigt.
“Mag ik deze dans van u?” vraagt hij deftig.
Ik moet een beetje lachen en kijk onzeker naar mama die glimlachend naar ons kijkt. Met mijn ogen vraag ik haar wat ik nu moet doen. Mama knikt en zonder geluid zie ik aan haar lippen dat ze zegt: “Toe maar!”
Als ik zo dicht tegenover papa sta, zie ik ineens hoe groot hij eigenlijk is. Mijn hoofd is bij zijn buik en ik moet mijn hoofd achterover doen om hem te kunnen aankijken.
“Maar papa, ik kan toch helemaal niet dansen zoals mama?” zeg ik zachtjes.
Ik zou zo graag net als mama willen zweven in papa’s armen, maar ik weet niet hoe.
“Nou,” zegt papa, “dan gaan we jou dat toch gewoon leren.”
Hij legt zijn ene hand op mijn rug en ik leg mijn hand op papa’s arm, net zoals ik dat zo-even bij mama zag. Terwijl papa mijn andere hand vastpakt, kijk ik onzeker naar de grond. Ik heb geen idee wat ik nu moet doen.
“Weet je wat,” zegt papa, “zet je voeten maar op die van mij.”
“Doe dat niet zeer dan?” vraag ik verbaasd. Ik kan toch niet zomaar op zijn voeten gaan staan.
“Doe maar,” zegt papa.
Een heel voorzichtig zet ik mijn voeten bovenop die van papa. Ik sta nu heel dicht bij hem en kijk verwachtingvol naar boven.
Uit de luidsprekers klinkt nog steeds de muziek van Victor Silvester als papa heel voorzichtig begint te dansen. Mijn voeten op zijn voeten. Net echt.
Nu weet ik waarom mama net zo blij keek toen ze met papa danste. Ik kijk haar trots aan.
“Kijk eens mama. Ik dans!”