Voor het schrijven van een kinderboek gelden specifieke regels. Allereerst is het natuurlijk heel belangrijk om te weten voor welke leeftijdscategorie je jouw boek schrijft. Het gaat dan niet alleen om de woordenschat, maar ook om de lengte van de zinnen, hoofdstukken en zelfs het volledige boek. Naast de taalontwikkeling van kinderen en jongeren spelen ook de sociale ontwikkelingen een belangrijke rol. Dus zowel tekstueel als inhoudelijk moet je heel goed weten wat aansluit bij de belevingswereld van een bepaalde groep kinderen of young adults. Er zijn uitgeverijen die zich met name richten op kinder- of jeugdboeken. Kluitman en Mira Loves Books zijn daar voorbeelden van. Laatst genoemde uitgever biedt overigens ook mogelijkheden om je boek tegen een vast tarief uit te geven, waarbij je zelf alle touwtjes in handen houdt.
Het allerbelangrijkste voor het schrijven van een kinderboek is misschien wel dat je in staat moet zijn om door de ogen van een kind te kijken. Dat betekent dus dat pedagogisch verantwoorde levenslessen niet bovenaan je lijstje staan. Denk maar aan de verschillende boeken van Roald Dahl, of Marietje Appelgat van Lydia Rood. Gebruik vooral geen verkleinwoorden, dat doen kinderen onderling ook niet als het over henzelf gaat. Vereenzelvig je met een kind en gebruik je zintuigen als was je een kind. Misschien is dat het makkelijkst wanneer je terugdenkt aan een periode waarin je zelf nog klein was. Toen zag je werkelijkheid er heel anders uit dan nu, en die kinderlijke werkelijkheid moet de basis zijn voor je boek. Kinderen leven met het moment, in het hier en nu. Ze beleven hun leven in stukjes, en zijn niet in staat om een totaalplaatje te zien. Schrijf daarom in stukjes. Ieder (hoofd)stuk heeft een begin, een midden en een eind. Kleine losstaande scènes die, aaneengeregen, een geheel vormen. En dat laatste is nu juist datgene waartoe jij als volwassen schrijver in staat moet zijn. Vooruit denken, een totaal overzicht hebben en het vermogen om spanning, plezier en verwondering om te zetten in de realiteit van een kind. En let erop dat het niet klinkt als een volwassene die doet alsof hij een kind is.