Ik krijg de laatste tijd veel vragen over het schrijven van verhalen voor kinderen. Een van die vragen is: “Mijn verhaal is bedoeld voor kinderen van acht, maar is het niet te moeilijk?”
Dat een verhaal voor kinderen aan andere eisen moet voldoen dan een verhaal voor (jong) volwassenen, dat weet iedere schrijver. Maar waar moet je nu op letten als je een kinderboek schrijft?
Een van de verschillen is natuurlijk de woordenschat. Zo spreekt en begrijpt een kind van 8 jaar ongeveer 5 à 6.000 woorden, een kind van 9 jaar rond de 8.000 en een kind van 12 gemiddeld 13.000 woorden. Ter vergelijking, een volwassen heeft een woordenschat van 45 à 50.000 woorden.
Daarnaast speelt het lezen natuurlijk een heel belangrijke rol. Een kind van 7 zal het woord ‘kabouter’ wel begrijpen, maar niet kunnen lezen. In deze blog heb ik het over zelfleesboeken, waarbij ik allereerst het onderscheid maak tussen technisch lezen en begrijpend lezen.
Technisch lezen
De leidraad hiervoor is het zogenaamde AVI-systeem, waarbij M3 staat voor midden groep 3, en E7 voor einde groep 7.
Beginnende lezers van groep 3 kunnen korte woordjes van één lettergreep lezen met klankzuivere klinkers: de ‘aa’ van aap en de ‘oo’ van boot; de ‘e’ van pet en de ‘o’ van zon. Het wordt al wat moeilijker als de woorden langer worden en daar ook dubbelklanken als ‘ui’ en ‘oe’ bij komen. En lettercombinaties als ‘st’ in stal tot ‘schr’ in schrijven.
Daarnaast is de lengte van de zin natuurlijk belangrijk. Hoe langer en complexer de zin, hoe moeilijk het is om de zin te kunnen lezen. Maar kúnnen lezen is natuurlijk niet hetzelfde als begríjpen wat je leest.
Begrijpend lezen
Het is minstens zo belangrijk dat een kind begrijpt wat hij leest. Zo kan een kind van 8 à 9 jaar de zin: ‘de luchtdruk stijgt’, technisch wel lezen, maar waarschijnlijk niet begrijpen.
Het is bovenal belangrijk om te schrijven in een taal die past bij de leeftijd en de leefwereld van een kind.
Kortom, een AVI-niveau geeft een algemene indicatie voor de leeftijd (groep) van een kind. Dat geldt dus niet alleen voor een bepaalde woordenschat, maar is qua taalgebruik ook moeilijker, of de opbouw van een bepaald niveau is ingewikkelder. Het AVI-niveau heeft ook te maken met de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van een bepaalde leeftijd. Dat betekent dat boeken met een AVI M4-indicatie misschien wat kinderachtig worden voor kinderen van 9 jaar. En een boek met een AVI plus-indicatie is niet altijd geschikt voor kinderen uit groep 6.